MENU
×
PROFESSIONAL
DOCTORATE

Albert Cornelissen: “Jezelf ontwikkelen is het mooiste wat er is.”

VaCo-PD voorzitter is ervan overtuigd dat de PD zal blijven

Om de kwaliteit van de professional doctorate (PD) te waarborgen zijn er twee organen die van belang zijn: de graduate commissie, die elk domein heeft, en de ValidatieCommissie PD, de VaCo-PD. Deze laatste kijkt over alle domeinen heen. Voorzitter van de VaCo-PD is Albert Cornelissen. Hij is ervan overtuigd dat de komst van de PD er mede toe zal bijdragen dat in de toekomst meer studenten voor een hogeschool zullen kiezen. Hij begrijpt waarom de eerste lichting PD-kandidaten enthousiast aan de slag is gegaan. “Jezelf ontwikkelen is het mooiste wat er is.”

Albert Cornelissen is voorzitter van de VaCo-PD. Hij is afkomstig uit Nijmegen en volgde in Amsterdam eerst een analistenopleiding en studeerde daarna biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens promoveerde hij bij de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. In de jaren erna werd hij zoals hij het zelf omschrijft ‘wetenschappelijk zigeuner’. Uiteindelijk leidde dat via onder meer Edinburgh, Amsterdam en Tübingen tot een hoogleraarschap parasitologie aan de Universiteit Utrecht. In 2009 werd hij voorzitter van Christelijke Hogeschool Windesheim.

De rol van onderzoek

Bij Windesheim speelde destijds onderzoek al een rol, vertelt Cornelissen. “Er was een aantal lectoren, die als groep rechtstreeks onder het college van bestuur viel. Dat was niet verstandig, want de diversiteit tussen de disciplines was te groot. Mede daardoor was er geen goede verbinding: intern met de domeinen, het onderwijs en extern niet met het bedrijfsleven.” Cornelissen besloot om dat te veranderen. De lectoren werden ondergebracht bij de domeinen, zodat het onderzoek aansloot bij het domein. Hij legt uit waarom het nodig was: “Er zit een belangrijk verschil tussen de lectoren van de hogeschool en de hoogleraren van de universiteit. Bij de laatste categorie vereist de vraagstelling vrijwel alleen wetenschappelijk onderzoek. Bij de hogescholen komt de vraagstelling uit het beroepenveld. Dit vergt ook onderzoek, maar moet oplossingen bieden voor het beroepenveld, de professionals die daar werkzaam zijn en het onderwijs. Daarbij zorgt de hogeschool ervoor dat de afgestudeerde studenten de juiste startcompetenties hebben. Dat is belangrijk in de verbinding en aansluiting tussen bedrijfsleven en instellingen zoals: ziekenhuizen, zorginstellingen of scholen.”

Lectoren zijn nu niet meer weg te denken en hebben ook een veel steviger positie binnen hogescholen dan voorheen

Doorontwikkeling onderzoek en lectoraat bij hogescholen

Cornelissen schetst de doorontwikkeling die onderzoek en het lectoraat bij hogescholen hebben doorgemaakt. “Toen ik in 2009 bij Windesheim kwam werken, bestonden er al zo’n tien jaar lectoren. Je zag wel progressie, maar nog niet de juiste insteek. Inmiddels zijn we zo’n vijftien jaar verder en kunnen we terugkijken op een kwart eeuw lectoren. Momenteel krijgen lectoren grotere [fte]- en langere aanstellingen [duur]. Lectoren zijn nu niet meer weg te denken en hebben ook een veel steviger positie binnen hogescholen dan voorheen. Lectoren hebben nu een groep onderzoekers en ondersteuners om zich heen die mede vorm kunnen geven aan de vraagstelling waar het lectoraat zich mee bezighoudt. In die zin is het echt volwassen geworden. De professional doctorate is daarom nu een logische vervolgstap.”

Cornelissen, die bij het interview op persoonlijke titel spreekt, erkent dat er een zekere spanning is geweest tussen universiteiten en hogescholen toen het PD-traject startte. Daarbij spelen in mijn beleving mogelijk financiën een rol. “Onderzoeksgeld is schaars, daarom vroegen universiteiten zich af wat een nieuwe speler op dat veld zou gaan betekenen voor de budgetten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen. Daarnaast is het een voorwaarde voor de universiteiten, dat de PD anders moet worden dan de universitaire promotie (PhD). Beide zorgen van de universiteiten snap ik.”

In de PD zit de rol van ‘change agent’, omdat je op die manier iets terug kunt geven waarmee bedrijven, instellingen of scholen een handvat hebben om te vernieuwen.”

Verschillen PhD en PD

Inmiddels zijn de verschillen tussen PhD en PD duidelijk. Cornelissen zet ze nog even op een rijtje. “De PhD werkt toe naar een proefschrift waarbij het gaat om het verleggen van academische kennis en om peer-reviewed wetenschappelijke artikelen. Bij de PD komt de vraag uit het veld waar je werkzaam bent. Het doel is dat de opbrengst van de PD – naast wat er aan wetenschappelijke activiteiten gebeurt – ertoe leidt dat je tot innovatie komt. Daarom zit in de PD de rol van ‘change agent’, omdat je op die manier iets terug kunt geven waarmee bedrijven, instellingen of scholen een handvat hebben om te vernieuwen.”

Cornelissen vertelt waarom hij besloot om de rol van voorzitter van de VaCo-PD op zich te nemen. “Daarvoor had ik twee redenen. De eerste was persoonlijk. Ik vind het nog heel prettig om actief te zijn. De tweede reden was belangrijker. Ik heb in beide werelden gewerkt. Ik weet, enerzijds doordat ik 26 promovendi heb gehad, hoe een PhD-traject verloopt en wordt beoordeeld. Anderzijds heb ik mijn ervaring bij Windesheim en daar het belang gezien van de verbinding tussen lectoren, onderwijs en het werkveld. Daarom kan ik helpen, samen met mijn collega’s uit de VaCo-PD, om deze ontwikkeling als ‘critical friend’ te bewaken en waar relevant te adviseren.”

Elk domein heeft een Graduate Commissie die wordt gevormd uit lectoren over de grens van de hogescholen heen

Rol van de VaCo-PD en GC

Cornelissen licht de rol van de VaCo-PD nader toe. “Als het gaat om de kwaliteit van de PD zijn er twee organen die dat moeten borgen. De Vaco-PD en de Graduate Commissie (GC). De belangrijkste van de twee is de Graduate Commissie. Elk domein heeft een GC. Het voordeel van de GC is dat deze gevormd wordt uit lectoren over de grens van de hogescholen heen. Daardoor krijgen we hopelijk een landelijk verband met een gemeenschappelijk kwaliteitsoordeel en gemeenschappelijke kwaliteitscriteria.”

De GC heeft een aantal verantwoordelijkheden. “Ze zijn verantwoordelijk voor de selectie van de kandidaten, voor het onderwijsprogramma dat de kandidaten nodig hebben en voor het vaststellen van de beoordelingscriteria. Met deze criteria kunnen ze vaststellen of de PD voldoet aan de niveauvereisten voor het doctoraat. Dit is vastgelegd in het Europees kwalificatie raamwerk EQF en doorvertaald naar het Nederlands kwalificatie raamwerk NLQF. In beide raamwerken gaat het hier over niveau 8.”

Vervolgens gaat hij in op de rol van de VaCo-PD. “Onze rol is dat we over alle domeinen heen meekijken. Zo hebben we bijvoorbeeld de programmavoorstellen van alle domeinen beoordeeld.” Dat heeft geleid tot inhoudelijke bijstellingen en het aanpassen van randvoorwaarden. “In een van de programmavoorstellen stond bijvoorbeeld dat een PD acht jaar kon duren. Daarvan hebben wij als VaCo-PD gezegd dat dit onwenselijk is. Het past niet in de vier rollen die een PD vervult; met name de ‘change agent’. Bovendien gaat een achtjarige periode over de zevenjaarstermijn van de pilot heen. Als VaCo-PD hebben we daarom gezegd: een PD is in principe vier jaar. Als iemand de PD in deeltijd doet, kan er uitloop zijn maar niet tot acht jaar.”

De VaCo-PD is ook nieuwsgierig of de onderwijsprogramma’s straks adequaat zijn, zegt Cornelissen. “Ook willen we weten of de PD-kandidaten straks voldoende toegang krijgen tot alle faciliteiten die ze nodig hebben.”

We kijken als kritische partner mee en geven waar nodig adviezen

Het belang van de VaCo-PD

In de VaCo-PD zit vrijwel van elk van de zeven domeinen uit de pilot een vertegenwoordiger. Ook in andere opzichten is de samenstelling divers. “Mijn collega’s zijn gepokt en gemazeld op beleidsterrein, als bestuurder of afkomstig uit de universitaire wereld en het bedrijfsleven. In die zin hebben we een mooie set aan expertises aan boord. Hierdoor kunnen we de domeinen overzien, maar ook de bestuurlijke implicaties van bepaalde beslissingen en niet te vergeten de verbindingen met de buitenwereld.”

Het is belangrijk dat er een VaCo-PD is, zegt Cornelissen. “De PD is nieuw en het ministerie van OCW vindt het belangrijk dat de PD echt het niveau van EQF/ NLQF 8 haalt. Daarnaast moet een PD bijdragen aan de kwaliteit van het werkveld. Tenslotte, volgen de universiteiten deze belangrijke ontwikkeling voor hogescholen ook om het verschil tussen PhD en PD te bewaken.”

Aangezien er veel partijen betrokken zijn bij de PD-pilot is er een risico van overregulering, maar de huidige opzet van de pilotfase biedt de domeinen ook een duidelijk voordeel: domeinen kunnen van elkaar leren. “Dat stimuleren we ook.”

De VaCo-PD moet jaarlijks rapporteren over de ontwikkeling van de PD. “Via Regieorgaan SIA zijn er middelen gekomen om de kwaliteitszorg verder vorm te geven. Daarom zijn we als VaCo-PD ook met SIA in gesprek. Als VaCo-PD willen we het hele ontwikkelproces van de PD volgen. Daarbij laten we de autonomie daar waar het hoort, bij de domeinen. Wel kijken we als kritische partner mee en geven we waar nodig adviezen.”

De VaCo-PD (van links naar rechts)

  • Folkert Haanstra (emeritus hoogleraar Universiteit Utrecht, voormalig lector Kunst- en Cultuureducatie)
  • Nanske Wilholt (hoofd onderzoek en impact, Faculteit Geesteswetenschappen, UvA)
  • Judy Honig (hoogleraar PD Nursing Columbia University New York)
  • Albert Cornelissen (voorzitter, voormalig bestuurder Windesheim, emeritus hoogleraar)
  • Anneke Luijten-Lub (bestuurder VHL, voormalig bestuurslid NVAO)
  • Hans Hopman (emeritus hoogleraar Ship Design TU Delft)
  • Fred de Bruin (voormalig partner Hobéon)
  • Jos Vranken (directeur Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen)
  • Inez Meurs (strategisch adviseur Onderzoek Regieorgaan SIA)

Succes

Cornelissen vindt het belangrijk dat de PD een succes wordt. Daarbij kijkt hij nog even terug naar een eerdere ontwikkeling. “Bij de invoering van de bachelors en masters zag je dat er een verschuiving optrad tussen hogescholen en universiteiten. Omdat zelfstandige titels die je vroeger op hogescholen had zoals ingenieur verdwenen, kon je na de invoering van het stelsel op de hogescholen alleen nog een bachelor-graad behalen. Het leidde ertoe dat de instroom van vwo-scholieren naar de hogescholen enorm afnam, omdat ouders wilden dat hun kinderen een master-titel behaalden. Doordat er nu masters zijn en er PD’s komen, zijn de hogescholen voor Nederland sterker geworden. Bovendien zijn de hogescholen interessanter geworden voor allerlei categorieën: de doorstroom vanuit de roc’s, het mbo en instroom van havisten. Maar ook vwo’ers komen nu weer vaker naar de hogeschool. In het verleden mopperden universiteiten wel eens over een te hoge instroom aan studenten en over het gebrek aan academische oriëntatie bij een deel van die studenten. Die laatste groep zou waarschijnlijk beter op hogescholen passen. Daarom verwacht ik dat als we straks in hogescholen een systeem hebben waarbij je niet alleen een bachelor, maar ook een master en een doctoraat kunt halen. Dit maakt hogescholen voor een grotere groep studenten interessanter.”

Ook voor de BV Nederland is het succes van de PD belangrijk

Cornelissen noemt verschillende redenen waarom de PD een succes moet worden: “Allereerst is er nog geen wettelijke verankering en die moet er echt komen. Daarnaast is het belangrijk vanwege de emancipatie van de hogescholen ten opzichte van de universiteiten. Ook voor de BV Nederland is het succes van de PD belangrijk. Je wilt namelijk dat aankomende studenten de opleiding gaan kiezen waar ze het meeste aan hebben voor hun ontwikkeling als persoon en hun bijdrage aan de maatschappij.”

Ontwikkelproces

Vooralsnog is de PD nog een ontwikkelproces. Cornelissen: “Ik vind het mooi dat de eerste PD-kandidaten gemotiveerd zijn om die ontwikkeling door te maken. Daarbij hopen ze vanzelfsprekend dat het straks gelegitimeerd wordt, maar ook als het straks slechts een certificaat oplevert, willen ze het proces doormaken. Ik begrijp dat, want jezelf ontwikkelen is het mooiste wat er is.”

Cornelissen is ervan overtuigd dat de PD zal blijven. “Ik merk dat er nu al externe partijen uit het werkveld zijn die zich melden omdat ze PD-kandidaten willen leveren en ook bereid zijn om die kandidaten te financieren.” Hij juicht die ontwikkeling toe: “Voor de eerste ronde kwamen de kandidaten bijna allemaal nog vanuit de hogescholen en amper uit het werkveld. Het zou mooi zijn als dat in de toekomst meer in balans is.”

Albert Cornelissen

Albert Cornelissen

Meer stories

Leren & Professionaliseren
12/12/2024
Ontwikkeling van hybride professionals
PD-kandidaat Ellen Koop-Spoor
Gezondheid & Welzijn
10/12/2024
Interveniëren voor een betere gezondheid
PD-kandidaat Sarah Ros-Philipsen
Techniek & Digitalisering
10/12/2024
Ondersteuning voor forensische professionals
PD-kandidaat Perle Russel
Leisure, Tourism and Hospitality
09/12/2024
De stad als living lab
PD-kandidaat Roos Gerritsma
Kunst + Creatief
06/12/2024
Werk in uitvoering
PD-kandidaat Philippine Hoegen
Maritiem
05/12/2024
Het water weerstand bieden
PD-kandidaat Huibert-Jan Lekkerkerk
Energie & Duurzaamheid
02/12/2024
Een stap vooruit in de energietransitie
PD-kandidaat Sander Dijk
Techniek & Digitalisering
09/07/2024
In het PD-traject zit heel erg de koppeling tussen wetenschappelijke validatie en praktijk
Interview Jantien Borsboom, directeur PublicSpaces