De stad als living lab
PD-kandidaat Roos Gerritsma
Het huidige lab ligt in Amsterdam Noord, een stadsdeel dat de komende jaren wordt ontwikkeld tot een nieuwe stadskern, omdat Amsterdam zich wil ontwikkelen naar een meerkernige
stad, juist ook vanuit een toeristisch oogpunt. Gerritsma: ‘Het is een complex vraagstuk. Onze focus ligt bij het ontwikkelen van lokale interventies. Het living lab is een experimenteeromgeving waarbij we zowel op lokaal als systemisch niveau proberen impact te maken. Aan mij de taak om dit te analyseren, verwoorden en visualiseren. Dat doe ik momenteel in een white paper waarbij ik stedelijk (over)toerisme, regeneratieve gebiedsontwikkeling, onze living lab methoden én output op schrift stel. Hiermee stel ik een bepaalde ontwikkelingsrichting voor. Ik volg daarbij een research through design methode. Het model wordt de onderlegger van mijn traject voor de komende jaren.’
Interventies & Impact
Binnen haar PD activeert Gerritsma vormen van regeneratief toerisme dankzij verschillende soorten interventies. Voorbeelden van interventies zijn het inbrengen en vertalen van regeneratieve ontwerpprincipes in zoveel mogelijk aspecten van het lab.
Komend jaar werkt Gerritsma ook aan een langer lopende interventie die samenhangt met het vieren van 750 jaar Amsterdam en een 24H Noord event. ‘Het zorgt voor een toetsing van mijn model met onderliggende tools én voor een ingebed initiatief voor bewoners en bezoekers. De impact van mijn PD stroomt dus op diverse wijzen terug naar zowel het (lab)onderwijs als naar het werkveld, de lokale gemeenschap en bezoekers.’
Waarom wilde je een PD-traject gaan doen?
Gerritsma verwoordt duidelijk wat haar aanspreekt bij het PD-traject: ‘Bij een PhD had ik altijd het gevoel: hoe ga ik dat nou ‘erbij’ doen naast mijn werk? Toen ik las over het PD-traject had ik voor het eerst het idee: ja, dat is nu precies wat ik zoek. Bij een PD breng ik mijn professionele ervaring en kennis in én kan ik er ontwerp-onderzoek naar doen.’
Wat gaat (minder) goed na een jaar?
Gerritsma is heel tevreden over de samenwerking met haar begeleiders, de steun die ze ervaart van (lab-)collega’s en de outline die ze nu heeft van de white paper. ‘Pittig is wel het continu schakelen in en met de praktijk en het kunnen blokken van je agenda om hier vervolgens op te kunnen reflecteren en over te schrijven. De praktijk is weerbarstig en dat maakt het innoveren complex. Wanneer zoiets toch lukt, maakt dat het extra bijzonder.’