De PD: Kers op de taart van praktijkgericht onderzoek aan hogescholen
Interview met Mariska van der Giessen – directeur SIA
Mariska was voordat ze directeur van Regieorgaan SIA werd ruim 10 jaar lector. Eerst bij Fontys Hogescholen in het zuiden van Nederland en later bij NHL Stenden in het noorden. Ze was ook lid van de projectgroep die de professional doctorate mogelijk heeft gemaakt. Met deze ervaring is Mariska een ideale gesprekspartner om te beschouwen wat de professional doctorate betekent voor het onderzoek aan hogescholen.
Mariska is een echte pionier op het gebied van onderzoek aan hogescholen. “Toen ik in 2013 lector werd bij Fontys waren lectoren nog niet echt gemeengoed bij Nederlandse hogescholen. Dat betekende dat je als lector in die tijd naast het opbouwen van een onderzoeksgroep ook aandacht moest geven aan het verankeren van het lectoraat binnen de hogeschool zelf.” Voor haar is een belangrijke kernwaarde van lectoraten om samen met partijen in de regio vraaggestuurd praktijkgericht onderzoek te doen. Een lector is voor Mariska naast onderzoeker vooral ook een verbinder. Een verbinder in de regio zelf, maar ook een verbinder tussen het praktijkgericht onderzoek, het fundamenteel onderzoek en de opleidingen van de hogeschool waaraan de lector is verbonden. Verder constateert zij: “Onderzoek op hogescholen onderscheid zich van dat op universiteiten door de wendbaarheid, het kort cyclische, het inter- en transdisciplinaire, de betrokkenheid van de praktijkpartners en de vraaggestuurdheid uit de praktijk.”
Het volgen van de zogenaamde 3e cyclus (ook wel promoveren genoemd) op een hogeschool was al eerder mogelijk. Samen met een universiteit kunnen onderzoekers van hogescholen promoveren in een PhD-trajecten. Dat traject is voor hogescholen vaak een spagaat omdat de promovendi vanuit de hogescholen en lectoraten zich vooral moeten bezighouden met praktijkgericht onderzoek met de nadruk op het verbeteren van de beroepspraktijk maar voor de universiteiten is meedoen aan het wetenschappelijk debat en theorievorming belangrijk. “Dan moet je bij beide partijen aan verwachtingsmanagement doen”, stelt Mariska.
Wat is Regieorgaan SIA precies voor een organisatie?
Onze organisatie bestaat al sinds 2003 en is ondergebracht bij Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Wij richten ons op praktijkgericht onderzoek van hogescholen en stimuleren de professionalisering, kwaliteitsversterking en zelforganisatie van dat onderzoek. We voeren daartoe 29 thematische en open regelingen uit. Voor het uitvoeren van onze taak ontvangen wij vooral geld van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en andere ministeries. Bij Regieorgaan SIA werken rond de 80 medewerkers.”
Wat voegt de pilot toe aan reeds bestaande promotietrajecten?
“Dat kan ik het beste uitleggen door de verschillen tussen een PhD en een PD voor het voetlicht te brengen. Belangrijk om te weten is dat kandidaten in beide trajecten hetzelfde eindniveau moeten halen, European Qualifications Framework (EQF) 8. Kandidaten die door het doen van onderzoek vooral een bijdrage willen leveren aan theorievorming of aan de doorontwikkeling van het theoretische debat kunnen het beste kiezen voor een PhD. Dat kan aan een universiteit maar ook aan een hogeschool. In de praktijk zien we dat veel PhD-kandidaten aan universiteiten direct doorstromen na hun afstuderen en hierdoor vaak relatief weinig werkervaring hebben. Dit zien we anders voor ons bij de PD-trajecten. De beoogde PD-kandidaten brengen idealiter al praktijkervaring mee en weten waar de uitdagingen en knelpunten in hun sector liggen. Die komen met een hele andere rugzak en kunnen praktijkvraagstukken met praktijkgericht onderzoek snel en grondig oppakken.”
Vervangt de PD de PhD op de hogescholen?
“Het is belangrijk om te weten dat met de introductie van de PD het nog steeds mogelijk blijft om op een hogeschool een PhD-traject te volgen. De meerwaarde voor hogescholen is dat ze nu een keuze hebben want niet iedereen is geschikt voor een PD-traject, net als niet iedereen geschikt is voor een PhD-traject. De professional doctorate is een extra mogelijkheid en maakt het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen een stuk steviger. Met de komst van de PD heeft het stelsel zich doorontwikkeld en dat is mooi om te zien.”
Hoe is het eigenlijk gelukt om de PD-pilot op te starten?
“Een belangrijke succesfactor was dat veel partijen op landelijk niveau het nut en de meerwaarde van het idee inzagen, zoals lectoren aan hogescholen, de Vereniging van Lectoren (VvL), de Vereniging Hogescholen (VH) en natuurlijk wij als Regieorgaan SIA. Dat zorgde voor veel enthousiasme. Als heel veel mensen enthousiast zijn over een richting kun je natuurlijk nog eindeloos discussiëren over fijnheden maar als de neuzen allemaal dezelfde kant op staan, krijg je op den duur commitment en kun je elkaar treffen op een concrete planvorming. Daarom is het gelukt.”
Waarom ben je zelf enthousiast over de PD?
“Ik ben enthousiast over de PD omdat hiermee een ander soort onderzoekers wordt aangesproken. Hogescholen hebben goede praktijkgerichte onderzoekers nodig die de ambitie hebben om een groter onderzoek op te pakken maar die niet geschikt zijn of geen interesse hebben om een PhD-traject aan te gaan.
Verder is de PD een mooie aanvulling op het hele bachelor-masterstelsel in het hbo. Bovendien kan de “lectoraatspuzzel” nog completer gemaakt worden doordat er binnen de lectoraten langjarig meer onderzoekscapaciteit zal worden toegevoegd. Het geeft ook groeiperspectief voor onderzoekers aan hogescholen die aan de slag kunnen met complexe vraagstukken. Tegelijkertijd kunnen hogescholen met de in de PD-trajecten opgedane kennis het onderwijs updaten. Ook het regionale perspectief is belangrijk en wil ik graag benoemen. Je ziet dat hogescholen vaak studenten uit de regio aantrekken die ook meer dan universiteitsstudenten na afronding van hun studie in de regio willen blijven werken. Ook voor deze afgestudeerden hebben we met de PD op het hoogste niveau een structuur voor praktijkgericht onderzoek in de regio. Kortom, op den duur kan de PD ertoe leiden dat professionals met onderzoeksambities in de regio kunnen worden behouden.”
Wat heeft het bedrijfsleven aan de PD?
“Vraagstukken waar PD-kandidaten op hogescholen zich mee bezighouden zijn altijd verbonden met de praktijk. Dat is gelegen in het feit dat ze deel uitmaken van lectoraten die zich per definitie bezighouden met praktijkgericht onderzoek. De regionale stakeholders die zich verbinden aan een PD-traject zijn langdurig verbonden aan de PD-kandidaat, het lectoraat en de hogeschool. Dat is heel wat anders dan een project van een afstudeerder die zich enkele maanden in een vraagstuk verdiept en dan weer vertrekt. Een PD-kandidaat gaat bovendien uitkomsten implementeren, testen en dan weer bijschaven. Die iteratieve cirkel is een van de kenmerken van een PD.”
Hoe is de PD-pilot gefinancierd?
“Op het moment bevinden wij ons in de pilotfase van de professional doctorate. Voor deze fase heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 50 miljoen euro vrijgemaakt. Zeven domeinen doen mee aan de huidige PD-pilot, waarin 135 kandidaten een PD-traject kunnen volgen. Regieorgaan SIA verstrekt hiervoor de financiering en dat doen we met twee financieringsregelingen. Aan de ene kant hebben we de zogenaamde Impuls Kwaliteitszorg. De zeven domeinen waarin de kandidaten de trajecten kunnen volgen, vragen ieder een Impuls Kwaliteitszorg-subsidie aan om een kwaliteitsstelsel in te richten om hun PD-kandidaten optimaal te faciliteren en te begeleiden. Het is heel belangrijk dat de pilot nu goed wordt neergezet zodat aan het einde van de pilot kan worden geconstateerd het beoogde niveau is behaald. Daarnaast hebben we de financieringsregeling voor de PD-kandidaten. Aan de PD-kandidaat draagt Regieorgaan SIA 50% vanuit de tweede geldstroom bij, de overige 50% wordt door de hogescholen bijgedragen. Dat is belangrijk want dan heb je vanuit beide partijen commitment. Je bent daarmee voor een langere tijd aan elkaar verbonden.”
Is er veel belangstelling voor een PD-traject?
“We hebben nu 18 financieringen toegekend. Het is de verwachting dat in 2023 in totaal 32 kandidaten kunnen starten met hun PD-traject en in 2024 nog eens tussen de 40 en 50. De kandidaten worden zorgvuldig geselecteerd door de zeven domeinen.”
Wat is voor een kandidaat het grote verschil van een PD ten opzichte van een PhD?
“Het voordeel van de PD ten opzichte van PhD is dat het hogere doel niet zover weg is. In een PD-traject ben je met mensen en processen bezig. Je staat dichter op de praktijk en kan al tijdens je traject opgedane kennis implementeren. PD-ers moeten vindingrijk zijn en mogelijkheden zien. Een verbinder zijn tussen partijen maar ook tussen kennis en toepassing. Je moet eigenlijk best wel lef hebben om een PD-er te worden. Je kunt niet een paar jaar achter je schrijftafel blijven zitten maar gaat van begin af aan het veld in.”
Wat heb je als kandidaat nodig om een PD-traject tot een goed einde te brengen?
“Als kandidaat moet je allereerst kijken of je het in je hebt om je lang met onderzoek bezig te houden. Heb je die volhoudendheid en die nieuwsgierige interesse om echt iets uit te zoeken? Dat is de basis voor een onderzoeker. Je moet je ook voor meerdere jaren op één thema kunnen vastleggen en willen investeren in jezelf. Want het PD-traject is niet alleen een onderzoekstraject maar ook een traject waarin je jezelf ontwikkelt. Maar je moet je ook realiseren dat het onderzoek je nooit loslaat. Je moet er echt volledig voor gaan en van jezelf weten dat je lang kunt focussen op één onderwerp en je niet laat afleiden door nieuwe kansen die in die vier jaar ongetwijfeld langskomen. Hierin verschilt een PD-traject overigens niet veel met een PhD-traject.”
Wat zijn mooie eerste voorbeelden van PD-trajecten die nu al van start zijn gegaan?
“Er zijn al heel enkele mooie voorbeelden maar laat ik er drie uitpakken. Zo gaat Huibert-Jan Lekkerkerk van NHL Stenden Hogeschool op zoek naar best practices voor ontwerp en verificatie van kustverdediging. Met de stijgende zeespiegel uitermate urgent. Aan zijn project hebben zich heel wat praktijkpartners verbonden zoals Blue Pelican Associates BV/Port Consultants Rotterdam, Royal Boskalis Westminster, Rijkswaterstaat en Van Oord NV. Nadja van der Weide van de Hogeschool van Amsterdam doet dan weer onderzoek naar het creëren en faciliteren van gemedieerde dialogen. Dit wordt gezien als belangrijk instrument om in gezamenlijkheid onze toekomst te bepalen en ruimte te maken voor diversiteit en verschillende perspectieven in gesprek. Dat doet ze samen met organisaties als Beyond the spoken en Building Conversation. Een laatste voorbeeld is Lieke Dalstra van Hanzehogeschool Groningen die met bewoners, professionals en beleidsmakers een substantiële bijdrage wil leveren aan een leefomgeving die beter aansluit bij de wensen en behoeften van bewoners van Appingedam en zo aanzet tot leefstijl- en gezondheidsverbetering. Bij dit project zijn de gemeente Eemsdelta, Cadanz Welzijn en Stichting Eerstelijnszorg Appingedam betrokken.”
Wat gaan we leren van de PD?
“Regieorgaan SIA doet voor de hele pilot de monitoring. Niet alleen voor een eindoordeel maar ook om tijdens de pilot te leren van elkaar en die leerpunten weer in het proces terug te koppelen. We zien deze pilot als een continu lerend proces. In de monitoring zoomen we ook uit en kijken niet alleen naar de trajecten maar ook naar de ontwikkeling in de domeinen. We zijn ook ambassadeur van deze pilot. Met communicatie over de PD dragen we bij aan de volwassenwording van praktijkgericht onderzoek.”
Wat hoop je dat er uit de pilot komt?
“Ik hoop dat de professional doctorate een wettelijk traject en daarmee ook een vaste waarde voor zowel onderwijs als werkveld wordt. Voor de kandidaten hoop ik dat ze hun traject in de toekomst met een ‘bul’ net als bij de PhD kunnen afsluiten. Ik hoop en verwacht dat er hoogwaardige onderzoekstrajecten met resultaten en producten komen die impact maken. Dat daardoor andere partijen enthousiast worden om ook in te tekenen voor een toekomstig PD-traject. Ik realiseer me dat het volwassen worden van de PD tijd nodig heeft. Praktijkgericht onderzoek is, in vergelijking met onderzoek aan de universiteiten, nog jong. Maar we leven in een snelle tijd en onderzoek aan hogescholen ontwikkelt zich in sneltreinvaart. Ik hoop ook dat de keuze tussen PD en PhD afhankelijk is van de persoon en onderzoeksinteressen van de kandidaat en zeker niet van het niveau dat deze wil bereiken. Want dat is namelijk gelijk.”
Wat gaat het werkveld merken van de PD?
“Het werkveld zal benaderd en betrokken worden bij PD-trajecten in hun domein. Kenmerkend voor praktijkgericht onderzoek is ook voor de PD de vraaggestuurdheid. Naarmate het betreffende PD-onderzoek vordert zullen de betrokken werkveldpartners dan ook input kunnen geven, regelmatig updates krijgen en natuurlijk ook inhoudelijk bij het onderzoek worden betrokken. Kortom: Het werkveld zal, naast de reeds bestaande onderzoekswegen, nu ook via de PD-trajecten betrokken worden bij de hogescholen waardoor een kruisbestuiving van ideeën tot stand kan komen.”